Problemen met de afdrukkwaliteit

Vuil aan de binnenkant van het apparaat of verkeerd geplaatst papier kan leiden tot een verminderde afdrukkwaliteit. Raadpleeg de onderstaande tabel om het probleem te verhelpen.

Toestand

Voorgestelde oplossing

Lichte of vage afdrukken

  • Als u een verticale witte strook of vaag gedeelte op de afdruk ziet, is de toner bijna op. Plaats een nieuwe tonercassette (zie De tonercassette vervangen).

  • Als u nog steeds een verticale witte strook of vaag gedeelte op de pagina ziet zelfs als het apparaat nog voldoende toner heeft, opent en sluit u de voorklep 3 tot 4 keer achtereenvolgens (zie Apparaatoverzicht).

  • Mogelijk voldoet het papier niet aan de papierspecificaties. Het papier kan bijvoorbeeld te vochtig of te ruw zijn.

  • Als de hele pagina te licht is, is de afdrukresolutie te laag ingesteld of is de tonerbespaarstand ingeschakeld. Wijzig de afdrukresolutie en schakel de energiebesparende modus uit. Raadpleeg de Help bij het printerstuurprogramma.

  • Een combinatie van vage plekken en vegen kan erop wijzen dat de tonercassette moet worden gereinigd. Reinig de binnenkant van het apparaat (zie Het apparaat reinigen).

  • Het oppervlak van het LSU-gedeelte in het apparaat kan vuil zijn. Reinig de binnenkant van het apparaat (zie Het apparaat reinigen). Als het probleem hiermee niet kan worden opgelost, neemt u contact op met een medewerker van de klantenservice.

De bovenste helft van het papier is lichter bedrukt dan de rest van het papier.

De toner hecht mogelijk niet aan dit papiertype.

  • Wijzig de instelling van de printer en probeer het opnieuw. Ga naar Voorkeursinstellingen voor afdrukken, klik op het tabblad Papier en stel het papiertype in op Kringlooppapier (zie Voorkeursinstellingen voor afdrukken openen).

Tonervlekken

  • Mogelijk voldoet het papier niet aan de specificaties. Het papier kan bijvoorbeeld te vochtig of te ruw zijn.

  • Mogelijk is de transportrol vuil. Reinig de binnenkant van het apparaat (zie Het apparaat reinigen).

  • Het papierpad is mogelijk aan een reinigingsbeurt toe. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice (zie Het apparaat reinigen).

Onregelmatigheden

Als op willekeurige plaatsen vage, doorgaans ronde, plekken verschijnen:

  • Er zit mogelijk een slecht vel tussen het papier. Druk het document opnieuw af.

  • Het vochtgehalte van het papier is niet op alle plaatsen gelijk of het papier bevat vochtplekken. Probeer papier van een ander merk.

  • Een hele partij papier is niet in orde. Problemen tijdens de productie kunnen ertoe leiden dat sommige delen toner afstoten. Probeer een ander soort of merk papier.

  • Wijzig de instelling van de printer en probeer het opnieuw. Ga naar de Voorkeursinstellingen voor afdrukken, klik op het tabblad Papier en stel de papiersoort in op Dik papier of Dikker (zie Voorkeursinstellingen voor afdrukken openen).

Als het probleem hiermee niet kan worden opgelost, neemt u contact op met een medewerker van de klantenservice.

Witte vlekken

Er verschijnen witte vlekken op de pagina:

  • Het papier is te ruw en er valt veel papierstof op de interne onderdelen van het apparaat, wat erop wijst dat de rol vuil kan zijn. Reinig de binnenkant van het apparaat (zie Het apparaat reinigen).

  • Het papierpad is mogelijk aan een reinigingsbeurt toe. Reinig de binnenkant van het apparaat (zie Het apparaat reinigen).

Als het probleem hiermee niet kan worden opgelost, neemt u contact op met een medewerker van de klantenservice.

Verticale strepen

Als de pagina zwarte, verticale strepen vertoont:

  • Er zitten mogelijk krassen op het oppervlak (drumgedeelte) van de beeldeenheid in het apparaat. Verwijder de tonercassette en plaats een nieuwe (zie De beeldeenheid vervangen).

Als de pagina witte verticale strepen vertoont:

  • Het oppervlak van het LSU-gedeelte in het apparaat kan vuil zijn. Reinig de binnenkant van het apparaat (zie Het apparaat reinigen). Als het probleem hiermee niet kan worden opgelost, neemt u contact op met een medewerker van de klantenservice.

Zwarte achtergrond

Als er in lichte gedeelten te veel toner wordt gebruikt (grijze achtergrond):

  • Gebruik papier met een lager gewicht.

  • Controleer de omgevingsvoorwaarden: bijzonder droge omstandigheden of een hoge luchtvochtigheid (meer dan 80% RV) kunnen aanleiding geven tot een grijzere achtergrond.

  • Verwijder de oude beeldeenheid en plaats een nieuwe (zie De beeldeenheid vervangen).

  • Herverdeel de toner grondig (zie Toner herverdelen).

Tonervegen

Verticaal terugkerende afwijkingen

Als de bedrukte zijde van de pagina met gelijke intervallen afwijkingen vertoont:

  • De beeldeenheid is mogelijk beschadigd. Als de problemen zich na het afdrukken blijven voordoen, vervangt u de oude beeldeenheid door een nieuwe (zie De beeldeenheid vervangen).

  • Er zit mogelijk toner op sommige onderdelen van het apparaat. Als de afwijkingen zich op de achterkant van de pagina bevinden zal het probleem waarschijnlijk na enkele pagina’s vanzelf verdwijnen.

  • De fixeereenheid is mogelijk beschadigd. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice.

Schaduwvlekken

Schaduwvlekken worden veroorzaakt door kleine hoeveelheden toner die willekeurig verspreid op de afdruk voorkomen.

  • Misschien is het papier te vochtig. Probeer af te drukken op papier van een andere partij. Maak een pak papier pas open op het moment dat u het gaat gebruiken zodat het papier niet te veel vocht opneemt.

  • Als het gehele oppervlak van een afgedrukte pagina wordt bedekt met schaduwvlekken, kiest u een andere afdrukresolutie in het softwareprogramma of in de Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie Voorkeursinstellingen voor afdrukken openen). Controleer of u het juiste papiertype hebt geselecteerd. Voorbeeld: Als Dikker papier papier wordt geselecteerd, maar als er momenteel Normaal papier papier gebruikt wordt, kan het papier verzadigen met inkt en dit probleem tot gevolg hebben.

  • Als u een nieuwe tonercassette gebruikt, moet u de toner eerst herverdelen (zie Toner herverdelen).

Er blijven tonerdeeltjes hangen rond vetgedrukte tekens of donkere foto’s.

De toner hecht mogelijk niet goed aan dit papiertype.

  • Wijzig de instelling van de printer en probeer het opnieuw. Ga naar Voorkeursinstellingen voor afdrukken, klik op het tabblad Papier en stel het papiertype in op Kringlooppapier (zie Voorkeursinstellingen voor afdrukken openen).

  • Controleer of u het juiste papiertype hebt geselecteerd. Voorbeeld: Als Dikker papier papier wordt geselecteerd, maar als er momenteel Normaal papier papier gebruikt wordt, kan het papier verzadigen met inkt en dit probleem tot gevolg hebben.

Misvormde tekst

  • Als tekst er vervormd uitziet ("uitgehold" effect) is het papier mogelijk te glad. Probeer een ander soort papier.

Papier schuin

  • Plaats het papier op de juiste manier in de lade.

  • Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier.

  • Let erop dat de geleiders niet te dicht en niet te ver af staan van de stapel papier.

Gekruld of gegolfd

  • Plaats het papier op de juiste manier in de lade.

  • Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier. Papier kan krullen als de temperatuur of de vochtigheid te hoog is.

  • Draai de stapel papier in de lade om. Probeer ook eens om het papier 180° te draaien in de lade.

Vouwen of kreuken

  • Plaats het papier op de juiste manier in de lade.

  • Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier.

  • Draai de stapel papier in de lade om. Probeer ook eens om het papier 180° te draaien in de lade.

Achterkant van afdrukken is vuil

Volledig gekleurde of zwarte pagina’s

  • Mogelijk is de beeldeenheid niet goed geplaatst. Verwijder de beeldeenheid en plaats deze opnieuw.

  • De beeldeenheid is mogelijk defect. Verwijder de beeldeenheid en plaats een nieuwe (zie De beeldeenheid vervangen).

  • Het apparaat moet mogelijk worden gerepareerd. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice.

Losse toner

Lost dit het probleem niet op, dan moet het apparaat mogelijk worden hersteld. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice.

Openingen in tekens

Letters worden onvolledig afgedrukt omdat er witte plekken verschijnen op plaatsen die zwart zouden moeten zijn:

  • Misschien drukt u af op de verkeerde kant van het papier. Verwijder het papier en draai het om.

  • Mogelijk voldoet het papier niet aan de papierspecificaties.

Horizontale strepen

Controleer bij horizontale zwarte strepen of vegen het volgende:

  • Mogelijk is de beeldeenheid niet goed geplaatst. Verwijder de beeldeenheid en plaats deze opnieuw.

  • De beeldeenheid is mogelijk defect. Verwijder de beeldeenheid en plaats een nieuwe (zie De beeldeenheid vervangen).

Lost dit het probleem niet op, dan moet het apparaat waarschijnlijk worden hersteld. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice.

Krullen

Als het afgedrukte papier opkrult of als het papier niet wordt ingevoerd, doet u het volgende:

  • Draai de stapel papier in de lade om. Probeer ook eens om het papier 180° te draaien in de lade.

  • Wijzig de papierinstelling op de printer en probeer het opnieuw. Ga naar de Voorkeursinstellingen voor afdrukken, klik op het tabblad Papier en stel de papiersoort in op Dun papier (zie Voorkeursinstellingen voor afdrukken openen).

  • Op enkele vellen verschijnt herhaaldelijk een onbekende afbeelding.

  • Losse toner

  • Vage afdruk of vervuiling

Uw apparaat wordt mogelijk gebruikt op een hoogte van 1.000 m of hoger. Een dergelijke hoogte kan de afdrukkwaliteit beïnvloeden (bijv. losse toner of een vage afdruk). Stel uw apparaat in op de juiste hoogte (zie Aanpassing aan luchtdruk of hoogte).