![]() |
|
|
Klik op het menu
van Windows.In Windows 8: selecteer in
achtereenvolgens > .Als u Windows XP/Server 2003 gebruikt, selecteert u
.Als u Windows Server 2008/Vista gebruikt, selecteert u
> > .In Windows Server 2008 R2 selecteert u
> > .In Windows 7/8 selecteert u
> .Klik met de rechtermuisknop op uw apparaat.
In Windows XP/Server 2003/Server 2008/Vista kiest u
.In Windows 7/8 en Windows Server 2008 R2 selecteert u
in de contextmenu’s.
![]() |
|
Als bij het item ► staat, kunt u andere printerstuurprogramma’s voor de geselecteerde printer selecteren. het teken |
Wijzig de instellingen op elk tabblad.
Klik op
.
![]() |
|
In kunt u de instellingen voor elke afdruktaak wijzigen. |
Klik op het menu
van Windows.In Windows 8: selecteer in
achtereenvolgens > .Als u Windows XP/Server 2003 gebruikt, selecteert u
.Als u Windows Server 2008/Vista gebruikt, selecteert u
> > .In Windows Server 2008 R2 selecteert u
> > .In Windows 7/8 selecteert u
> .Selecteer uw apparaat.
Klik met uw rechtermuisknop op uw apparaat en selecteer
.
![]() |
|
Als bij het item ► staat, kunt u andere printerstuurprogramma’s selecteren die met de geselecteerde printer verbonden zijn. voor Windows 7 of Windows Server 2008 R2 het teken |
![]() |
|
XPS-printerstuurprogramma : wordt gebruikt om af te drukken in een XPS-bestandsindeling
|
Het kan soms handig zijn om de af te drukken gegevens op te slaan als een bestand.
Kruis het selectievak
in het venster aan.Klik op
.Voer het doelpad en de bestandsnaam in en klik vervolgens op
.Bijvoorbeeld c:\Temp\bestandsnaam.
![]() |
|
Als u enkel de bestandsnaam invoert wordt het bestand automatisch opgeslagen in , of . De opslagmap kan verschillen, afhankelijk van uw besturingssysteem of het gebruikte programma. |
U kunt geavanceerde afdrukfuncties gebruiken voor uw printer.
Om de printerfuncties van uw printerstuurprogramma te gebruiken, klikt u op
of in het venster van de toepassing om de afdrukinstellingen te wijzigen. De apparaatnaam die in het printereigenschappenvenster wordt weergegeven is afhankelijk van het gebruikte apparaat.
![]() |
|
|
Item |
Omschrijving |
|||
---|---|---|---|---|
![]() |
U kunt het aantal pagina’s selecteren dat u op één vel wilt afdrukken. Als u meer dan één pagina per vel afdrukt worden de pagina’s verkleind en in de door u opgegeven volgorde gerangschikt. U kunt op één vel tot 16 pagina’s afdrukken. |
|||
![]() |
U kunt een document van één enkele pagina op 4 (poster van 2x2), 9 (poster van 3x3) of 16 vellen (poster van 4x4) papier drukken om ze aan elkaar te plakken en er een poster van te maken. Selecteer de waarde . Geef de op in millimeters of inches door het keuzerondje bovenaan rechts op het tabblad te selecteren om de vellen gemakkelijker aan elkaar te kunnen plakken.![]() |
|||
![]() |
Met deze functie kunt u een document op beide zijden van het papier afdrukken en worden de pagina’s zo gerangschikt dat u het afgedrukte papier dubbel kunt vouwen om een boekje te maken.
|
|||
|
U kunt op beide zijden van een vel papier afdrukken (dubbelzijdig). Voor u afdrukt, moet u de gewenste afdrukstand van het document opgeven.
|
|||
![]() |
Wijzigt de afmetingen van een document zodat deze kleiner of groter op het vel afgedrukt wordt, door een percentage in te voeren waarmee het document vergroot of verkleind wordt. |
|||
![]() |
Met de optie Watermerk kunt u tekst afdrukken over een bestaand document, U gebruikt het bijvoorbeeld om in grote grijze letters of diagonaal op de eerste pagina of op alle pagina’s afdrukken. |
|||
|
|
|||
|
|
|||
|
|
|||
![]() |
Deze optie is alleen beschikbaar bij gebruik van het PCL/SPL-stuurprogramma. Deze optie is niet beschikbaar als u het XPS-stuurprogramma gebruikt Een overlay is tekst en/of een afbeelding die op de harde schijf van de computer is opgeslagen in een speciale bestandsindeling en die in een willekeurig document kan worden afgedrukt. Overlays worden vaak gebruikt in plaats van voorgedrukte formulieren en papier met een briefhoofd. In plaats van een voorgedrukt briefhoofd kunt u een overlay samenstellen die precies dezelfde informatie bevat. Als u een brief met het briefhoofd van uw bedrijf wilt afdrukken, hoeft u geen voorbedrukt briefhoofdpapier in het apparaat te plaatsen. U drukt het briefhoofd gewoon als overlay op uw document af. Als u een paginaoverlay wilt gebruiken, moet u een nieuwe paginaoverlay maken met uw logo of afbeelding.
|
|||
|
||||
|
||||
|
||||
[a] Deze optie is alleen beschikbaar als u het XPS-stuurprogramma gebruikt. |
![]() |
|
Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies mogelijk niet beschikbaar. Dit betekent dat de functies niet worden ondersteund. |
Als u afdrukt met een Macintosh-computer moet u in elke toepassing die u gebruikt de instellingen van het printerstuurprogramma controleren. Volg de onderstaande stappen om af te drukken vanaf een Macintosh-computer:
Open het af te drukken document.
Open het menu
en klik op ( in enkele toepassingen).Selecteer papierformaat, -oriëntatie, -schaal en andere opties, en zorg ervoor dat uw apparaat is geselecteerd. Klik op
.Open het menu
en klik op .Kies het aantal exemplaren en geef aan welke pagina’s u wilt afdrukken.
Klik op
.U kunt geavanceerde afdrukfuncties gebruiken voor uw printer.
Open een toepassing en selecteer
in het menu . De printernaam die in het printereigenschappenvenster wordt weergegeven is afhankelijk van de gebruikte printer. Het printereigenschappenvenster is afgezien van de naam vergelijkbaar met het onderstaande venster.U kunt meer dan één pagina afdrukken op één vel papier. Dit is een goedkope manier om conceptpagina’s af te drukken.
Open een toepassing en selecteer
uit het menu .Selecteer
in de vervolgkeuzelijst . Selecteer in de vervolgkeuzelijst het aantal pagina’s dat u op één vel papier wilt afdrukken.Kies de andere te gebruiken opties.
Klik op
.Het apparaat drukt het gekozen aantal pagina´s op één vel papier af.
![]() |
|
Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies mogelijk niet beschikbaar. Dit betekent dat de functies niet worden ondersteund (zie Verschillende functies). |
Voordat u dubbelzijdig afdrukt, moet u aangeven langs welke rand u de pagina's wilt inbinden. De bindopties zijn:
: dit is de klassieke opmaak die bij het boekbinden wordt gebruikt.
: deze optie wordt vaak gebruikt voor kalenders.
Selecteer
in het menu van uw Macintosh-toepassing.Selecteer
in de vervolgkeuzelijst .Selecteer een bindrichting in de optie
.Kies de andere te gebruiken opties.
Als u op
klikt, drukt de printer op beide zijden van het papier af.
![]() |
|
Als u meer dan 2 kopieën afdrukt, kunnen de eerste en de tweede kopie op hetzelfde vel papier worden afgedrukt. Vermijd op beide zijden van het papier af te drukken als u meer dan 1 kopie afdrukt. |
![]() |
|
Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies mogelijk niet beschikbaar. Dit betekent dat de functies niet worden ondersteund. |
Vanuit een groot aantal Linux-toepassingen kunt u afdrukken met Common UNIX Printing System (CUPS). U kunt vanuit al deze toepassingen met uw printer afdrukken.
Open het af te drukken document.
Open het menu
en klik op ( in een aantal toepassingen).Selecteer papierformaat en afdrukstand en zorg ervoor dat uw apparaat is geselecteerd. Klik op
.Open het menu
en klik op .Selecteer het apparaat waarmee u wilt afdrukken.
Kies het aantal exemplaren en geef aan welke pagina’s u wilt afdrukken.
Wijzig indien nodig andere afdrukopties in elk tabblad.
Klik op
.
![]() |
|
Automatisch/handmatig dubbelzijdig afdrukken is niet altijd beschikbaar, afhankelijk van het model. U kunt eventueel oneven-even pagina's afdrukken via het lpr-afdruksysteem of andere toepassingen (zie Functies per model). |
U kunt tekst-, afbeeldings- of PDF-bestanden afdrukken op dit apparaat door de standaard-CUPS-methode direct vanaf de opdrachtregel toe te passen. U werkt dan met het CUPS lpr-programma. U kunt deze bestanden afdrukken met de onderstaande opdrachtnotatie.
"<printernaam><optie> <bestandsnaam>"
Raadpleeg de man-pagina voor lp of lpr op uw systeem voor meer informatie.
U kunt de standaardopties voor afdrukken of het verbindingstype wijzigen met het hulpprogramma voor afdrukken van het besturingssysteem.
Start het hulpprogramma voor afdrukken (ga naar
> > of voer de opdracht ' ' uit in het terminalprogramma).Dubbelklik op uw printer.
Wijzig de standaardopties voor afdrukken of het verbindingstype.
Klik op de knop
.